Waarom de vraag ‘hoe was het op school vandaag?’ niet werkt!

Zeker zo na de zomervakantie ben je als ouder heel benieuwd hoe je kind het heeft gehad op school. Vaak starten de kinderen in een nieuwe groep met een nieuwe juf of meester en dat is toch best spannend. Niet zo gek dat wij, als ouders, dan aan het einde van de dag willen weten hoe het op school is geweest. Waarom krijgen we vaak op de vraag ‘hoe was het op school vandaag?’ het antwoord ‘goed, stom’ of  ‘ik weet het niet meer.’ 

Kinderen moeten vaak al zo veel op school en hebben na zo’n drukke dag geen zin om ook nog te ‘moeten’ kletsen. Toch wil jij wel graag weten hoe je kind het heeft gehad. Want gaat het goed dan ben jij gerustgesteld en weet je dat je kind op de juiste school zit. Gaat het minder goed dan kan je daar misschien wat aan doen door in gesprek te gaan met de school. Of je kind in staat is om te vertellen wat hij/zij heeft meegemaakt op school is afhankelijk van de leeftijd. Een kleuter (4 of 5 jaar) vindt het vaak nog heel lastig om een chronologisch verhaal te vertellen van wat hij of zij heeft meegemaakt die dag. Daarnaast hebben ze nog veel moeite met de abstracte vraagstelling van ‘hoe was je dag?’

Hoe krijg je ze dan wel aan het praten?

 

Geduld; Bij jonge kinderen is het belangrijk dat je concrete vragen stelt, zoals ‘Heb je tijdens het buitenspelen op de fiets gezeten?’ of ‘Zat Noor naast je in de kring?’ Deze vragen zijn goed te beantwoorden en vaak komt er dan een uitgebreider verhaal doordat je kind op een spoor is gezet van een gebeurtenis. Het hebben van geduld is heel belangrijk. Vaak zijn de kinderen als ze uit school of van de bso komen moe. Ze hebben dan geen zin om alles heel gedetailleerd te vertellen. Gun je kind even de rust en structuur van thuis. Het praten komt vanzelf! Als ze echt iets kwijt willen vertellen ze het vaak spontaan of ze beginnen te vertellen doordat ze thuis iets doen wat een link heeft met wat ze op school hebben meegemaakt. Goede momenten om de dag door te nemen zijn tijdens het avondeten of voor het slapen gaan.

Stel open vragen; De vraag ‘hoe was het op school vandaag?’ vraagt om een simpel antwoord. Daardoor krijg je antwoorden als ‘goed, stom, saai, leuk etc.’ Als je echt wilt weten hoe je kind het heeft gehad op school moet je dus niet volstaan met de vraag ‘hoe was het op school vandaag?’ Stel vragen die beginnen met wie, wat en waar. Zorg dat het open vragen zijn die je kind uitdagen. Zo komt er gegarandeerd een leuk gesprekje en je krijgt meer inzicht over hoe je kind over school denkt. 

Stel vragen die over je kind gaan; Probeer vragen te stellen die over je kind gaan. Wat zou jouw kind willen vertellen en geen vragen stellen over wat jij zou willen weten! Dus geen vragen die over jou gaan.

Stel vragen die prikkelen, die een beetje raar zijn of waar een keuze in zit; Vragen met een gekke twist er in bijvoorbeeld ‘hoorde ik nou dat Pepijn poep uitdeelde?’ zorgen voor ontspanning en laten kinderen nadenken. 

Wissel je vragen af; Stel niet steeds dezelfde vragen, want dan wordt het saai en heeft je kind er geen zin meer in. Stel ook niet te veel vragen in één keer. Een stuk of drie vragen is echt genoeg. Anders lijkt het meer een kruisverhoor. 

Heb aandacht!; Wil je de gesprekken blijven voeren? Zorg dan dat als je kind je iets vertelt dat je aandacht hebt. Dus leg weg die telefoon, stop even waar je mee bezig bent en luister! Heb geen oordeel en veroordeel niet. Zorg ervoor dat je kind zich begrepen voelt en dat je zijn of haar gevoel erkent. Later kan je altijd nog op iets terug komen of actie ondernemen, maar luister eerst met aandacht!

25 vragen die wel werken!

 

  1. Wat was het leukste/stomste wat je vandaag op school hebt meegemaakt?
  2. Waar moest je vandaag om lachen in de klas?
  3. Als je mocht kiezen, naast wie zou je dan graag in de klas willen zitten?
  4. Wat is de coolste plek op school?
  5. Welk raar woord heb je vandaag gehoord? En waarom vond je dat raar?
  6. Wat heb je vandaag in de kring verteld of wat had je in de kring willen vertellen?
  7. Wie heb je vandaag geholpen?
  8. Waar kon je vandaag wel hulp bij gebruiken? Aan wie heb je dat toen gevraagd?
  9. Vertel me één ding dat je vandaag hebt geleerd.
  10. Wanneer was je blij vandaag?
  11. Wanneer verveelde je je vandaag?
  12. Met wie zou je graag tijdens de pauze willen spelen als je mocht kiezen tussen kinderen met wie je nog nooit hebt gespeeld?
  13. Wat is het leukste liedje dat je op school hebt geleerd?
  14. Welk woord heeft je juf/meester vandaag vaak gebruikt?
  15. Wat zou je vaker willen doen of willen leren op school?
  16. Wie vond je vandaag de allerliefste van de klas? Waarom?
  17. Wie kan er in jouw klas wat aardiger tegen je doen?
  18. Met wie speel je in de pauze?
  19. Wie is het grappigst in je klas? En waarom is hij/zij grappig?
  20. Wat vond je het leukst tijdens de lunch/10-uurtje?
  21. Wat aten andere kinderen tijdens de lunch/10-uurtje?
  22. Als jij morgen de meester/juf mocht zijn, wat zou je dan doen?
  23. Wie in jouw klas zou jij wel eens de gang op willen sturen?
  24. Zit je op een leuke plek in de klas of zou je met iemand willen ruilen? En waarom dan?
  25. Wie krijgt in de klas vaak op zijn donder? En wat doet hij/zij dan?

Heb je leuke aanvullende vragen of andere tips zet ze in een reactie onder dit blog!

 

Zomerdip? Zomerverval?

Zo aan het einde van het schooljaar komen er leuke termen voorbij. Zo hoor je bijvoorbeeld regelmatig leerkrachten praten over de Zomerdip en het Zomerverval. Ook de term Zomerlezen valt geregeld tijdens de oudergesprekken in deze laatste weken. Uit eigen ervaring weet ik dat niet heel veel ouders bekend zijn met deze begrippen. Wat is dat nou een Zomerdip of het Zomerverval? En nog beter wat kan ik er als ouder tegen doen?

Zomerdip of Zomerverval…

Meestal wordt over deze termen gesproken in het kader van technisch lezen. Technisch lezen is een vaardigheid die je moet onderhouden, door te oefenen. Als je veel oefent raakt het geautomatiseerd en gaat het steeds beter en vlotter. Zelf merk ik dat als ik een tijdje niet veel boeken heb gelezen mijn leestempo wat is achteruit gegaan. Zodra ik weer meer ga lezen, bijvoorbeeld in de zomervakantie, gaat mijn leestempo weer omhoog. Zo werkt het bij een hoop vaardigheden die wij leren. Denk maar aan het leren fietsen of schaatsen. Dit heb je geleerd door het veel te doen en daardoor werd je er steeds beter in. Bij kinderen werkt het net zo met het leren lezen. In groep 3, 4 en 5 wordt er heel veel aandacht besteed aan het leren lezen. Kinderen behalen daardoor aan het einde van het schooljaar een bepaald AVI niveau. Dit leesniveau hebben ze nodig om het leesonderwijs in de volgende groep te kunnen volgen. Maar wat blijkt nu? In de zomervakantie lezen kinderen vaak te weinig om hun leesvaardigheid op peil te houden, waardoor hun leesniveau zakt (soms wel met 1 á 2 niveaus). Dit noemt men de Zomerdip of het Zomerverval.

Uit onderzoek is gebleken dat met name zwakke lezers extra last hebben van de Zomerdip. Zij hebben al moeite met lezen en zijn misschien nog niet op het gewenste niveau aan het einde van het schooljaar. Daarom is het voor hun extra belangrijk om in de vakanties te blijven lezen. Aanbevolen wordt om elke dag ten minste 15 minuten te lezen. Dat is best een lastige taak voor u als ouder. Hoe krijg je een kind dat niet gemotiveerd is om te lezen aan het lezen? Hierbij 10 tips om het leesplezier in de vakantie te vergroten.

Tips voor het bezig zijn met lezen in de vakantie:

  1. Stop vooral zelf niet met lezen! Goed voorbeeld doet goed volgen.
  2. Neem boeken mee op vakantie of neem de app van de bibliotheek ‘Vakantieapp’.
  3. Kies boeken die je kind leuk vindt om te lezen.  Stripboeken en vakantieboeken mogen ook gelezen worden. Het gaat er om dat je leest!
  4. Lezen is overal. Denk aan het foldertje van de dierentuin, de borden langs de weg, de menukaart in het restaurant etc. Benut deze mogelijkheden. 
  5. Kies een vast moment op de dag uit om te lezen. Maak er een routine van. Vaak werkt vlak voor het slapen gaan niet, omdat kinderen dan moe zijn en geen zin meer hebben.
  6. Neem ook een leuk voorleesboek mee. Voorlezen vergroot de woordenschat van je kind. Als je een grote woordenschat hebt is het lezen vaak makkelijker voor je.
  7. Hang een beloning aan het lezen. Als je leest krijg je een sticker en bij 10 stickers gaan we een ijsje eten. Dit is een voorbeeld van hoe je het zou kunnen doen als je op vakantie bent.
  8. Maak er een spelletje van  bijvoorbeeld ‘Leesbingo.’ Op de site van juf bijtje staat een leuk voorbeeld van een leesbingokaart voor de zomervakantie. Of schrijf je in op de site van Zwijsen voor de leesluikjes. Elke vakantiedag mogen de kinderen een luikje open maken met een leesactiviteit.
  9. Tijdens de regenachtige dagen is er vast tijd voor een spelletje. Kies een kwartet waarbij gelezen moet worden, scrabble (junior), Maan Roos Vis spelletjes etc.
  10. Maak het niet te schools en heb plezier met elkaar! Stel vragen over het verhaal.

 

 

 

Hoe zit dat; rekensommen met meerdere bewerkingen

Hoe komt het dat er verschillende antwoorden worden gegeven op sommen met meerdere bewerkingen?

 

 

 

Gisteren zaten wij gezellig met zijn vijven in de auto op weg naar een verjaardag in Harderwijk. Onze 2 jongens (7 en 10 jaar oud) waren zich een beetje aan het vervelen in de auto. Ik bedacht dat we wel wat leuke rekensommen konden bedenken. Zo begonnen we aan de kommagetallen. Welk kommagetal is 1/10? Ook kwamen de tafels voorbij.

Na een aantal kommagetallen en tafelsommen gedaan te hebben wilde ze wel wat moeilijkere sommen oplossen. Mijn man bedacht de volgende lastige rekensom: 15 – 3+13 x 6= Je snapt het al ze kwamen er niet uit. De één zei dat het antwoord 150 was en de ander kwam met het antwoord 90. Beide hadden ze voor hun gevoel het juiste gedaan. De berekening van de één was als volgt; 15 – 3= 12   12 + 13= 25 en 25 x 6= 150. De ander had het volgende gedaan; 13 x 6= 78 15 – 3= 12  12 + 78= 90. Welk antwoord is nu juist?

Op Facebook zie je regelmatig van die sommen met plaatjes langs komen. Ik vind het altijd leuk te zien dat er verschillende antwoorden gegeven worden. Iedereen is ook heilig van zijn eigen antwoord overtuigd. Het verschil in de antwoorden is al te verklaren doordat de één beter kijkt naar de plaatjes dan de ander. Zo zie je bijvoorbeeld in bovenstaand voorbeeld al dat de frietzakjes eerst met zijn tweeën zijn en bij de laatste som staat er nog maar één frietzakje. Heel veel mensen kijken niet goed en gaan daarmee al de mist in.

Er is nog een oorzaak, waardoor veel mensen niet op het juiste antwoord uitkomen. Een hoop mensen weten niet dat vermenigvuldigen voorrang heeft boven optellen en aftrekken. Vroeger leerde men het ezelsbruggetje Meneer Van Dale Wacht OAntwoord. Dit gaf de volgorde aan waarin de bewerkingen moesten worden uitgevoerd. De M stond voor machtsverheffen, de V voor vermenigvuldigen, de D voor delen, de W voor worteltrekken, de O voor optellen en de A voor aftrekken. Inmiddels is, sinds de opkomst van de computer, dit ezelsbruggetje verouderd In dit ezelsbruggetje had vermenigvuldigen voorrang op delen, maar tegenwoordig zijn delen en vermenigvuldigen gelijkwaardig! Je moet nu delen en vermenigvuldigen in de volgorde zoals het in de som staat. Behalve als er haakjes staan die een andere volgorde afdwingen. Dit geldt ook voor optellen en aftrekken.

De volgorde waarin je nu een som met meerdere bewerkingen oplost is als volgt:

  1. (haakjes)
  2. Machtsverheffen en worteltrekken, in de volgorde van de opgave.
  3. Vermenigvuldigen en delen, in de volgorde van de opgave.
  4. Optellen en aftrekken, in de volgorde van de opgave.

Op sommige scholen wordt het volgende ezelsbruggetje gebruikt:

Hoe Moeten Wij Van De Onvoldoendes Afkomen

Uit dit ezelsbruggetje blijkt nog steeds niet heel duidelijk dat vermenigvuldigen en delen gelijkwaardig zijn en dat optellen en aftrekken gelijkwaardig zijn. Beter is het dus om bovenstaande stappen van 1 t/m 4 te onthouden! Weet jij nu wat de juiste uitkomst op de som van mijn man is???

Voor meer informatie over de bewerkingsvolgorde: https://nl.wikipedia.org/wiki/Bewerkingsvolgorde

 

 

Het belang van voorlezen…

 

 

De overheid doet er alles aan om het voorlezen/lezen te stimuleren. Zo heb je in oktober de kinderboekenweek en zijn er nu de Nationale Voorleesdagen, waarbij bekende Nederlanders gaan voorlezen in een klas of bij een kinderopvang.In elke boekwinkel en bibliotheek wordt het voorlezen gepromoot. Er liggen aantrekkelijke, leuke en kleurrijke boekjes klaar om gelezen te worden. Ook scholen doen vaak mee. Zo wordt het belang van voorlezen aan kinderen aan ons duidelijk gemaakt.

 

 

‘Maar waarom is voorlezen dan zo belangrijk?’

 

Baby’s, peuters en kleuters die door hun ouders worden voorgelezen ontwikkelen een voorsprong in hun taal- en spraakontwikkeling. Maar dat niet alleen! Deze kinderen oefenen, tijdens het voorlezen, ook de luistervaardigheid en hun concentratievermogen. Daarnaast prikkelt voorlezen de fantasie en de sociaal-emotionele vaardigheden. De effecten van het voorlezen bij kinderen lopen door tot het einde van de basisschool. Kinderen die elke dag 15 minuten zijn voorgelezen presteren beter in taal, rekenen en bij het leren lezen. Wie wil dat nou niet voor zijn/haar kind?!

 

 

‘Hoe komt het dan dat er uit onderzoek is gebleken dat wij te weinig voorlezen?’

 

Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat het vinden van een geschikt voorleesmoment best een ‘dingetje’ is. Zo gaat het bij ons thuis; allebei een baan, laat thuis, dan nog wat gezonds op tafel willen zetten, het liefste ook nog de kinderen schoon en op tijd in bed hebben, kortom, druk, druk, druk… Wanneer is er ergens in dit drukke schema tijd om de kinderen voor te lezen? Dat het belangrijk is, weet ik echt heus wel! Heel veel ouders stoeien met dit probleem. Ik krijg ook regelmatig die vraag in mijn praktijk. Ik hoor je denken: ‘hoe heb jij dit dan opgelost?’

 

‘De oplossing…?’

 

Mijn man en ik hebben samen besproken waarom wij graag willen voorlezen aan onze kinderen. Wat maakt het voorlezen voor ons speciaal? Waarom willen wij graag voorlezen aan onze kinderen? Tijdens dit gesprek kwamen wij erachter dat wij beiden voorlezen heel belangrijk vinden. Daarom vonden wij dat wij er een ‘gaatje’ voor moesten maken in ons ‘drukke’ schema. Wij kwamen er ook achter dat het voorleesmoment voor ons niet alleen als doel heeft de taalontwikkeling stimuleren van ons kind. Wij beleven het voorleesmoment als een gezellig moment samen met de kinderen. Wij zien het als een leuke, gezellige afsluiting van de dag. Even tijd voor en met elkaar! Tischa Neve (kinderpsycholoog) schreef in één van haar columns:

 

“Voorlezen is voor mij ook een prachtige manier om verbinding en contact met je kind te hebben.”

 

Hier sluit ik mij volledig bij aan! Uiteindelijk vind ik dat nog belangrijker dan het stimuleren van de taalontwikkeling. Dat is voor mij een leuke bijkomstigheid. Maar de verbintenis en het contact met mijn kind is uiteindelijk voor mij het belangrijkste. Dit zorgt ervoor dat ik elke avond weer, hoe druk ik het ook heb, toch dat boekje pak! En jij?

Wil je meer weten over voorlezen kijk dan ook op mijn Facebookpagina. Hier geef ik gedurende de Nationale voorleesdagen bijna elke dag een tip over wanneer je start met voorlezen, wat je voorleest, boeken top 5 op leeftijd, interactief voorlezen, etc.

https://www.facebook.com/praktijkbloeiop/